woensdag 1 januari 2025

Twee dagen door Brabant en Vlaanderen

Dag 1

Ik kwam met bewolking en 8 graden aan op het stationnetje van Bergen op Zoom. Net voor het uitstappen van de Sprinter-trein had ik mijn katoenen draagtas met wat kunst- en vliegwerk aan mijn rugzak geknoopt. Ik moest er niet aan denken de hele wandeling de inhoud in een hand te dragen. 

Voordat ik deze tweedaagse wandeltocht wilde beginnen had ik contant geld nodig. De vrouw die mijn veters had gestrikt verwees mij naar een betaalautomaat vlakbij de Hema. Dat was wel 5 minuten lopen en de ATM-automaat lag op de hoek van een sjieke kledingwinkel. Geduldig wachtte ik op de 20 Euro die langzaam uit de grote gleuf kwam. Om kwart voor elf liep ik door de spoortunnel naar de juiste looprichting. 

Eerst zou ik de rood-witte markering van het Nederlandse Kustpad volgen. Ongeveer op de helft van de 18 kilometer zou ik overstappen op het Grenslandpad. Die aanwijzing zou in de routebeschrijving staan vermeld, die ik op papier had uitgeprint. 

Voorlopig moest ik eerst Bergen op Zoom doorwandelen. Voordat ik het parkeerterrein van het ziekenhuis bereikte, moest ik het grote kruispunt over dat tien minuten wachten betekende. Maar ook het autoverkeer moest dat, maar als je een autostoel onder je hebt heb je daar minder weet van. 



De ondergrondse tunnel van de A4-snelweg lag op zo’n plek dat ik eerst liep te zoeken bij het ziekenhuis en pas daarna de straatnaam ontdekte. Ik verliet de bebouwde kom. Om een snelweg over te steken haatte ik, dus dit was een meevaller. 

Het bosgebied begon eigenlijk al voor de wegwijzers met looprichtingen voor de LAW-paden. Mijn route liep rechtsaf, maar niet over het rechtsgelegen bospad. De afslag links naar de manage begon pas na twee kilometer. Ik was nu volledig op andere wandelaars aangewezen als ik iets wilde vragen. 

Het was een toeval en toch heel apart. Achter mij kwamen drie kerels dichterbij, van het type lol maken en toch doorstappen. Ze wilden naar het Franse Nice wandelen, wat gezien hun rugzakken mij wel vreemd leek. Mijn vermoeden bleek juist te zijn, want iedere maand een dagwandeling verder komen was veel relaxter. Ze waren iets jonger dan ik, maar niet extreem gespierd of zwaar gebouwd. Tot aan wandelknooppunt 62 bleven ze bij mij, toen liepen zo snel dat ik ze niet meer zag. 


De wandeltocht via de routebeschrijving was toch gevarieerder dan ik dacht, want ik stapte over op het Brabantse Streekpad. Een wandelpad die vele natuurpaden van deze provincie verkent. Hoelang ik de rood-gele markering ging volgen wist ik niet, alleen dat ik bij Woudse Plantage moest aankomen. Na geduldig doorstappen bereikte ik om kwart over twee het Brabantse plaatsje. De kerk en het kanaaltje waren goede herkenningspunten. Na wel teveel kijken naar de routeaanwijzingen schatte ik in te vroeg bij mijn einddoel Essen aan te komen. Ondanks dat ik voor het donker binnen wilde zijn, had ik nog voldoende tijd om te pauzeren. Dus wat doe je dan? Ik besloot op een bankje te gaan zitten, van de kerstboom te genieten bij de kerk en geen oliebol te bestellen bij de oliebollenkraam met kerstman. Een oliebollenkraam staat meestal waar veel mensen samenkomen, op een groot plein of in een winkelcentrum. Maar deze verkopers gokten misschien meer op de hongerige automobilist of voorbijwandelende dorpsbewoners. Na drie kwartier wachten wilde ik het asfaltpad langs het kanaal op om mijn koud geworden handen weer te ontdooien. 

Het kanaaltje De Zoom moest ik volgen, wel langer dan ik had gedacht. Eerst twee kilometer aan de rechterzijde, toen vijf kilometer aan de linkerzijde. Dat ik de Belgische grens bereikte, zou toch niet lang meer kunnen duren. 

Het fietsknooppunt 28 lag langs de grensweg. De eindeloze asfaltweg moest ik linksaf, niet wetende wanneer de bebouwde kom van Essen begon. Toch zag ik later gele prullenbakken met Gemeente Essen erop, een teken dat ik op de juiste weg liep. De splitsing met de kenmerkende pionpaal 1843 erop was voor mij de landsgrens. Links lag Nederland en ik liep via de Grensstraat (Nederlands straatnaambord) rechtdoor naar de Belgische huizen toe. Mijn einddoel was bereikt, nu nog het centrum vinden voor het Frituurtje (snackbar).



De vroegere paardenstallen lagen volgens de vrouw op Belgische bodem, de weg erlangs in Nederland. Ik vermoedde dat ik nog eens op het plattegrondje moest kijken, want de grenspaal was ik aan de rechterzijde allang voorbij. De stallen waren inmiddels verbouwd tot ruime groepswoningen met een klein kantoortje bij binnenkomst van het terrein. In vroegere tijden werden de paarden uit de treinwagons gehaald en in draf naar de paardenstallen gebracht. Na 5 minuten liep ik langs de attractie van Essen Robotland dat over een half uur zou sluiten. Het was ondertussen donker geworden. Ik dacht eerst dat ik het stationsgebouw van Essen zat te bewonderen, toch huisveste Robotland zich hier. Op de T-splitsing wist ik precies waar ik naar toe wilde. Rechtsaf was voor Moerkantheide waar ik zou overnachten. Linksaf was het centrum, dat ik absoluut niet met de autobrug wilde bereiken. Het spoortunneltje bij station Essen bood uitkomst, speciaal aangelegd voor wandelaars en fietsers. Het toeval wilde dat ik een pizzeria binnenstapte dat ik eerder niet had gevonden op Google Maps. De inrichting was wit en niet gezellig voor een knus restaurantje. Ze hadden nog niet de moeite genomen, wel voor de balie met twee etalages en een kassa. Ik was mij meegenomen sla-maaltijd vergeten toen ik het Turkse groente broodje bestelde met cola-blikje. Hier was ik wel aan toe, ik had sinds het ontbijt alleen koud water gedronken. Na een half uur was het nog zes uur, toch ging ik niet in het donker door de straten van Essen dwalen. Mijn slaapplaats was datgene waar ik nu echt naar verlangde. Ik wist dat ik in ongeveer twintig minuten bij Moerkantheide kon arriveren. Vanaf het centrum kwamen daar tien minuten bij. Op de doorgaande weg bij nr. 70 keek ik welk huisnummer ik moest hebben. Het statige landhuis bevond zich juist aan de linkerzijde van de weg. Dat had ik niet verwacht. Na inschrijving besloot ik in de Singlekamer te lezen uit mijn leesboek. Zonder televisie kon ik mij zo goed vermaken tot het bedtijd was.  

Dag 2


Vanuit liggende positie keek ik op mijn horloge of de wijzers wel juist stonden. Om mij te verslapen stond niet op de planning. De eigenaresse van gisteravond kwam in het keukentje aangelopen. Het was negen uur. Met een beetje trek nam ik het gepelde eitje op brood en griste nog een kleine krentenbol mee voor later op dag. 

Om kwart voor tien stond ik met wandelschoenen en rugzak voor het grote landhuis van Moerkantheide. Hoewel de wandeling naar Heide 14 kilometer was, minder als gisteren, wilde ik uiterlijk drie uur ’s middags bij het station arriveren. 

Ik wandelde het stukje terug, wat hooguit twintig minuten zou kosten. Waar ik gisteren linksaf was geslagen, naar Essen-centrum, raakte ik in de war. Het lezen van de routebeschrijving werd ik niet wijs uit, slechts het uitgeprinte routekaartje gebruikte ik. Ik moest dadelijk een bosgebied in dus liep ik het wijkje in vanwaar ik dacht naar het zuiden te wandelen. Zigzaggend door de ruime straten kwam ik een jongeman met lichtbruine hond tegen. Eerst legde hij uit waar ik mij bevond op het kleine wandelkaartje, en liep toen met mij tot de doorgaande weg. Alsmaar rechtdoor tot een grote kruising. Hier linksaf het bos in. Daar aangekomen keek ik sporadisch naar aanwijzingen als routenummers en straatnamen. Ik stond op de Velodreef, vanwaar ik linksaf de Nostralaan in kon. Officieel was ik deze plaats nog niet uit, maar ik leek het bosgebied eindelijk te bereiken.



Met de sjieke woonwijk achterlatend ging het langs landhuizen en niet te missen knooppunten. Ik liep nergens meer mis, rechtdoor was de enige juiste richting. Ik moest naar de Kalmthoutse Heide, wat als bijzonder stond aangegeven op een voorbijkomend informatiebord. Na een S-bocht liep ik rechtsaf een soort van vennengebied in. De winterse zon stond laag en de waterdruppeltjes glinsterden aan de aanwezige struiken. Het klopte dat de ochtend nog net niet voorbij was, maar zou dit schoonheidsspel misschien de hele dag duren? De kramp aan de hiel op mijn linkervoet werd wel erger. Ik zette door en bereikte na een lange asfaltweg, in een bocht, eindelijk het zandgebied. Het alternatief voor honden was linksaf de asfaltweg vervolgend. Een uitzondering was hier duidelijk nodig, want het diende rustig te blijven op de Kalmthoutse heide. Het zand was niet vochtig, eerder mals en goed voor mijn wandelschoenen. De kramp in mijn hiel werd niet minder, dus stopte ik na een kwartier om de overgebleven sla van gisteren op te eten. Ik had geen hongergevoel, toch moest ik mijn maag voeden. 


Na de tweede slagboom bevond ik mij bij de afslag om naar Kalmthout te gaan en de wandeling af te breken. Maar het routekaartje gaf wel aan een flink eind door de bebouwing te moeten om bij het station op de trein te stappen. Rechtdoor zou ik veel makkelijker station Heide bereiken.

De eerste straatnaam na het zandgebied stond vermeld als Puttensesteenweg. Het grote zebrapad met enorme slagboom lag bij het bezoekerscentrum van Kalmthout. Het stond niet aangegeven, maar de plaats Heide begon na het hoge schelpenpad. De straatnamen stonden ook hier goed aangegeven, laag bij de grond en met statige letters op het bord. In Nederland heb je altijd een paal nodig zodat de straatnaam hoog genoeg hangt. Zo praktisch als in de buitenwijken van Essen had ik nog niet eerder gezien. 



De laatste meters van station Heide kwamen dichterbij, ik had de tweedaagse wandeling bijna afgelopen. Ik zou dadelijk een Suske en Wiske monument kunnen bewonderen, als dank voor de striptekenaar die hier had gewoond. Vreemd genoeg kwam ik eerst de bronzen beelden tegen van twee oude heren. Ze keken elkaar aan, met wat bomen erbij stonden ze ook een beetje droog als het regende. Dat oogde toch wel heel prachtig. En hier eindigde ook de rood-witte markering van het Grenspad 5. 

De trein naar Roosendaal vertrok over een half uur. De omroepster galmde als mededeling dat deze trein niet zou stoppen in Roosendaal. In Essen wachtte ik geduldig op de volgende trein, die over een uur op perron 2 aan kwam rijden. Wel een tegenvaller! Toch ook een leuk idee om voor drie uur de wandeling te beƫindigen en vervolgens te vertragen in je reistijd. Als het mij lukte om voor zeven uur in Rheden aan te komen, mocht ik tevreden zijn.