Voor de zwemmers was
het zeewater duidelijk nog te fris, het maakte het strand er niet bepaald
drukker door. Bergen aan Zee was het beginpunt van de wandel2daagse naar het
noordelijk gelegen kustplaatsje Callantsoog. De afspraak om er de volgende
middag te arriveren was er niet. Het warme weer met vlaagjes wind was wel een
positieve factor om ernaar toe te wandelen. Na de Elzenlaan volgde het
Nivonhuis, dat niet zomaar voorbijgelopen kon worden. De grote villa lag net
bovenaan het strand en had prachtige ramen en een klein restaurant in de
zijvleugel. Meer informatie over de wandeling hadden ze niet, het meegenomen
wandelboekje moest uitkomst bieden.
Net buiten de
Bergense bebouwing begon de Bergense duinen, een natuurgebied, dat een aanloop
vormde naar de Schoorlse duinen verderop. Het zanderige wandelpad liep over
duinheuvels van wel twintig meter boven zeeniveau, dit hadden we niet verwacht.
In Schoorl zou het overnachtingsadresje liggen, aan de Voorweg en op tien
minuten lopen vanaf het centrum. Maar hiervoor moesten we eerst het duingebied
doorstruinen met een vreemde omweg naar een onbekend pompstation. Om een glimp
op te vangen van de Noordzeekust was te verwaarlozen, het aantal heuveltje
waren te dominerend aanwezig in het landschap. Daarentegen waren de zandgolven
erg diep bij het dalen van de enorme zandberg. Er volgde geen wedstrijdje wie
er het eerste bij het restaurant was, en dus in Schoorl. Bij de plaatselijke
tennisclub was een telefoontje genoeg om de juiste straat te vinden voor de
overnachting. De vrouw adviseerde het tegenoverliggend fietspad te volgen langs
de molen en begraafplaats en vervolgens linksaf te slaan, het Dennenlaantje in.
Aan het einde van het laantje bevond het huis zich iets verderop aan de
linkerzijde van de straat. De wandeling zou slechts tien minuten duren, het
werden er vijftien minuten dankzij het voorbijgelopen laantje. Een behulpzame
opa op een scootertje hielp ons terug naar de Voorweg. De latere aankomst, ze
kende haar buurt goed, viel de hospita meteen op bij het binnenstappen van het
koophuis. Voor ons was het al goed dat we überhaupt bij een behoorlijke
slaapplaats waren aangekomen. Voor deze avond stond een smakelijk dinertje met
een lekker waterijsje als afsluiting gepland.
Na een goede
nachtrust domineerden op dag twee de weilanden en zeedijken het landschap. Het
laatste stukje duinheuvel werd beloond met een magnifiek uitzicht op veertig
meter boven zeeniveau. Vanaf de hoogte naar het lage polderland duurde een half
uur en werd een omweg naar Camperduin met een verhoogd strandpaviljoen met een
duur restaurant erin. Een stevig stuk worteltaart was genoeg voedsel voor de
lange tocht over het smalle grasdijkje. De zijwind leek niet van zee uit te
waaien, de grassprietjes bewogen vanuit het land tegen het dijkje. Dat hier een
paar eeuwen geleden een verwoestende stroom het land had overstroomd, werd
duidelijk in het volgende plaatsje Petten.
Een bezoekerscentrum
liet in een kleine presentatie foto's zien met uitleg over het bekende
Deltaplan, de dijken mochten niet meer overstromen, zelfs in dit noordelijke
stukje Holland. Het zou niet meer veranderen. Om al die erge watergeschiedenis
te vergeten, besloten we een korte lunchpauze in te lassen. Het gebouwtje,
ongeveer twee kilometer vanaf de grasdijk, hield het midden tussen een
cafetaria en eenvoudig eethuis. Na een welverdiende rolmops in een slap
kadetje, liepen we langzamerhand de Pettermerduinen in. Het schelpenpad met
flauwe heuveltjes deed dienst als fietspad, wat een wandelaar niet erg zou
vinden. Het kon niet missen, de strandweg kruiste het fietspad en moest gevolgd
worden om het schelpenpad weer te vervolgen. Dat je ook de rechte autoweg kon
kiezen was niet moeilijk. De vijf kilometer langs een camping genaamd De lepelaar was lang genoeg, de duincamping
had bovendien vele uitgangen. Het laatste stukje duinlandschap achter het
houten klaphek was niet bijzonder, wel de oversteek van een doorlopend hekwerk
dat het natuurgebied moest scheiden van de autoweg naar Callantsoog. Met nog
slechts vier kilometer restte de afstand voordat het typische groene kerkje was
bereikt. Mijn blikveld kruiste bij elke bocht langs de autoweg het kerkje, na
vier bochten was het al zo dichtbij dat het wijzerwerk af te lezen was: 16.30
uur in de middag. Naarmate we de bebouwing bereikt hadden, waren we in gedachte
al op zoek naar een bushalte voor de terugreis. Dat bleek aangekomen in het
centrum niet al te moeilijk. Hier konden we niet overnachten, alle badgasten
hadden de hotelkamers bezet. Na een half uur in de lijnbus zittend, hadden we
de Schaagse kerk bereikt en genoten van de groentemaaltijd op het drukke
terras. Na de felle zeewind en hoge duintoppen was dit een gezonde maaltijd in
de late middagzon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten