De af te leggen route naar de herfstmarkt kende een
grote omweg want het fietspad was letterlijk overhoop gehaald. Asfaltbeton was
er niet meer alleen een zandbak die slingerend
doorliep onder het bruingele bladerdek door. Dan maar de grote asfaltweg die
Schaapallee wordt genoemd met voor aankomst in het rijkeluisdorp een enorm lange
afdaling waarbij de wind in mijn oren floot bij het naar beneden sjezen. Ik
kreeg perplex een overwonnen gevoel net als bij het winnen in een loterij. Al
met al, zonder het te beseffen, een kwartier langer onderweg maar achteraf toch
geen slecht idee.
Voor het bereiken van de herfstmarkt moest ik in een kleine kern (dorp)linksaf een aantal kilometers volgen. Ik had kort daarvoor de geel bewegwijzerde borden gevolgd met de tekst van een eetcafé annex restaurant erop vermeld. De tekst op het bord dacht mij denken aan een café met lollige oude mannen al drinkend uit een dikke pul bier. Dat gedeelte sloeg ik over en ging bij het café annex restaurant de hoek om naar het terrein dat een soort tuin bleek te zijn zonder bloemen en planten. Er stonden mensen achter houten tafels, met lange poten, die hun waar hadden uitgestald. Er waren boeken, de meesten met hun kaft naar boven uitgestald, en anderen in dozen gezet. Achteraan waren er bloemstukjes te koop en rechts van mij een consumptietafel met kopjes volgeschonken koffie en een fles stroop voor een plastic bordje. Later zou ik spijt krijgen dat ik geen bloemstukje had gekocht want met de kerstdagen in het vooruitzicht was dit iets om mijn witte vensterbank mee op te vrolijken.
Alleen zijn is
niet erg want op het terrein liep een aantal mensen en de kraampjes waren
zonder luifels neergezet. De ‘net geen puber meer’ ogende jongen bediende mij
met het aannemen van het geld voor de bestelde pannenkoek. Het wachten werd
beloond want, ondanks dat de pannenkoek dun was, goot ik er de donkere zwarte
stroop erover heen. En voor het wist was de lichtbruine pannenkoek verslonden
met de zoete smaak van de stroop nog op mijn lippen. Voor het bedrag was de
pannenkoek eenvoudig te noemen gezien het lange wachten bij het kraampje.
Voldaan reed ik terug naar mijn huurhuis op de kronkelige weg die net niet
recht te noemen was. Via een omweg kwam ik bij de enige asfaltweg die naar het
pontje over de rivier ging maar dat niet te zien was. Ik besloot het rechte
fietspad te volgen met uitzicht op een autosalon waar de duurste auto’s op een
groot grindpad waren tentoongesteld. Het geld voor zo’n vierwieler zou ik veel
voor moeten sparen, wat met mijn salaris onmogelijk was.Voor het bereiken van de herfstmarkt moest ik in een kleine kern (dorp)linksaf een aantal kilometers volgen. Ik had kort daarvoor de geel bewegwijzerde borden gevolgd met de tekst van een eetcafé annex restaurant erop vermeld. De tekst op het bord dacht mij denken aan een café met lollige oude mannen al drinkend uit een dikke pul bier. Dat gedeelte sloeg ik over en ging bij het café annex restaurant de hoek om naar het terrein dat een soort tuin bleek te zijn zonder bloemen en planten. Er stonden mensen achter houten tafels, met lange poten, die hun waar hadden uitgestald. Er waren boeken, de meesten met hun kaft naar boven uitgestald, en anderen in dozen gezet. Achteraan waren er bloemstukjes te koop en rechts van mij een consumptietafel met kopjes volgeschonken koffie en een fles stroop voor een plastic bordje. Later zou ik spijt krijgen dat ik geen bloemstukje had gekocht want met de kerstdagen in het vooruitzicht was dit iets om mijn witte vensterbank mee op te vrolijken.
Doodlopende wegen zijn niet leuk zeker als het niet ruim van tevoren staan aangegeven. Dus besloot ik maar de enige andere weg via de rood-witte paddenstoelen te volgen naar het dorp met het kuuroord inmiddels was afgebroken. Ik kwam net voor het kanaal uit en wist uit ervaring dat rechts het rechte water te volgen de juiste weg was. De volgende kern was nog niet te zien, alleen wel in gedachte genomen omdat ik wist dat ik ook het bosgebied moest volgen om de juiste richting op te gaan. Alleen was de doorgaande weg de beste oplossing en dus niet het doodlopende fietspad dat ik nu van de andere zijde als in het begin zou naderen. Zo ver waren mijn gedachten verzonken, dat ik pardoes rechtsaf sloeg en nog net kon remmen voor de drukke kanaalweg dat zijn naam eer aan deed.
Na een half uur bevond ik mij in de achtertuin en had ik mij driewielfiets achter de gesloten schuurdeur gestald. Ik was blij en opgelucht dat om te merken dat die ene boterham die ik bij het pannenkoek eten had bewaard later had opgepeuzeld bij een zandweg die de spoorlijn kruiste en de bosrand inging. Vanwege dat de lunchtijd voorbij was gegaan had ik de boterham veel sneller opgepeuzeld omdat de gezonde boslucht het eetproces bevorderde. Om dat vooral niet te vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten